Een luchtreiniger maakt gebruik van verschillende technieken om de luchtkwaliteit in uw omgeving te verbeteren. Het centrale principe bij elk van deze technieken is het creëren van een luchtstroom met behulp van een ingebouwde ventilator, die de lucht door één of meerdere filters leidt. Hier zijn enkele van de meest gebruikte technieken:

HEPA- en ULPA-filters
HEPA- en ULPA-filters zijn zeer effectief in het filteren van fijnstof, rookdeeltjes en andere minuscule deeltjes die in de lucht circuleren. De afkorting HEPA staat voor High Efficiency Particulate Air, wat betekent dat het filter met hoge efficiëntie deeltjes uit de lucht kan opvangen. Het ULPA-filter, wat staat voor Ultra Low Penetration Air, is qua structuur iets fijner dan het HEPA-filter. Dit zorgt ervoor dat het ULPA-filter een nog diepere filtratie biedt, waardoor zelfs de kleinste deeltjes in de lucht kunnen worden opgevangen en verwijderd. Deze filters zijn cruciale onderdelen van luchtreinigers en helpen bij het aanzienlijk verbeteren van de luchtkwaliteit in de ruimte waar ze worden gebruikt.

Koolstoffilter
Een koolstoffilter is vooral effectief voor het verwijderen van de houtrook uit de lucht. Het is vaak een aanvulling op de HEPA- of ULPA-filters, aangezien het geen fijnstof en andere kleine deeltjes uit de lucht kan verwijderen. Vrijwel alle Progenion luchtreinigers zijn voorzien van een koolstoffilter.

Ionisator/ionisatie
Dit is een proces waarbij de luchtreiniger negatieve ionen produceert. Deze ionen hechten zich aan schadelijke deeltjes in de lucht, waardoor ze zwaarder worden en naar de grond vallen. Dit helpt bij het verminderen van de hoeveelheid stof en andere vervuilende stoffen in de lucht.